-
1 einer Sache habhaft werden
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einer Sache habhaft werden
-
2 habhaft
-
3 erwischen
erwischen〈 informeel〉1 pakken, vatten ⇒ gevangennemen3 te pakken krijgen, pakken♦voorbeelden:II 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 in de greep krijgen, treffen, overkomen♦voorbeelden:1 ihn hats erwischt • (a) hij heeft het te pakken, is ziek geworden; (b) hij is gewond geraakt • (c) hem is iets (ergs) overkomen; 〈 (d) schertsend〉hij heeft het te pakken, is verliefd -
4 Geschmack
Geschmack〈m.; Geschmack(e)s, Geschmäcke; meervoud informeel; schertsend Geschmäcker〉2 〈 Zwitserland〉geur, reuk♦voorbeelden:an einer Sache Geschmack finden • (a) plezier in iets hebben, iets leuk vinden; (b) iets kunnen waarderenauf den Geschmack kommen • er de smaak van te pakken krijgenfür meinen Geschmack • naar mijn smaak -
5 stellen
stellen1 stellen, plaatsen, zetten ⇒ gelijkzetten; neerzetten; brengen; salariëren2 zorgen voor ⇒ leveren, ter beschikking stellen4 ensceneren, in scène zetten♦voorbeelden:1 einen Antrag stellen • een motie, verzoek(schrift) indienenjemandem eine Aufgabe stellen • iemand een taak stellen, opgevender Hund stellt die Ohren • de hond zet zijn oren opdie Uhr stellen • de klok, het horloge gelijkzettenetwas nicht stellen können • geen plaats hebben voor ietsgut gestellt sein • in goeden doen zijnStühle an den Tisch stellen • stoelen bij de tafel zetten〈 figuurlijk〉 eine Sache über eine andere stellen • de voorkeur geven aan iets, iets verkiezen boven iets andersetwas unter ein Thema stellen • iets onder een thema plaatsenzur Diskussion, Erörterung stellen • ter discussie stellenZeugen stellen • getuigen voorbrengen, presenteren2 zich houden ⇒ doen alsof, veinzen3 zich aangeven, zich melden5 bereid zijn ⇒ opkomen, aantreden♦voorbeelden:sich gegen jemanden stellen • zich tegen iemand kerensich hinter jemanden stellen • achter iemand gaan staansich (schützend) vor jemanden stellen • (verdedigend) vóór iemand gaan staansich schlafend stellen • zich slapende houden3 sich der Polizei stellen • zich bij de politie aangeven, meldenes stellt sich die Frage • de vraag rijst4 sich mit jemandem gut stellen • met iemand overweg kunnen, het met iemand kunnen vindenwie stellst du dich zu diesem Problem? • hoe sta jij tegenover dit probleem?sich der Presse stellen • de pers te woord staansich zu seinen Taten stellen • de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich nemen9 sich auf 200 Mark stellen • 200 mark kosten, op 200 mark komen -
6 fassen
fassenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 pakken, grijpen ⇒ vat krijgen♦voorbeelden:der Wind fasst ins Segel • de wind krijgt vat in het zeilII 〈 overgankelijk werkwoord〉8 meepakken, grijpen♦voorbeelden:jemanden an, bei seiner schwachen Seite, Stelle fassen • iemand op zijn zwakke plek raken〈 figuurlijk〉 jemanden bei seiner Ehre zu fassen versuchen • op iemands eer(gevoel) proberen te werkeneinen Weg mit Bäumen fassen • een weg met bomen omzomenetwas in Worte fassen • iets onder woorden brengen7 das ist nicht zu fassen! • je houdt het niet voor mogelijk!Vertrauen zu jemandem fassen • vertrouwen in iemand krijgeneinen Vorsatz fassen • zich iets voornemenetwas ins Auge fassen • iets onder ogen zienjemanden ins Auge fassen • iemand op het oog hebben10 Angst, Entsetzen fasste mich • angst, ontzetting greep mij aan1 tot bedaren komen, zich beheersen ⇒ opnieuw zijn evenwicht vinden♦voorbeelden:1 fass dich! • beheers je! -
7 erfassen
erfassen2 begrijpen, beseffen3 〈 figuurlijk〉te pakken, in zijn greep krijgen4 (vast)grijpen, beet-, vastpakken5 〈 administratie〉in een lijst opnemen, registreren6 〈 administratie〉omvatten, inhouden♦voorbeelden:
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский